Hartstichting.nl wordt geladen

Wat is echografie?

Bij een echo zet de arts een soort microfoontje op de huid (transducer), dat geluidsgolven uitzendt. Het lichaam kaatst deze terug. Ze worden dan omgezet in afbeeldingen van het orgaan. Afwijkingen aan het hart of bloedvaten zijn zo zichtbaar te maken.

Verschillende technieken

Er zijn meerdere onderzoeken die met een vergelijkbare techniek werken.

  • Dopplertechniek

    Dit is een techniek om de snelheid van de bloedstroom te meten. De kop van het Dopplerapparaat zendt ultrageluidsgolven uit. De bloedlichaampjes in het bloed kunnen deze geluidsgolven terugkaatsen. Zo kan de snelheid waarmee en de richting waarin het bloed stroomt worden bepaald. Met dit onderzoek alleen kan snel een indruk gekregen worden van de bloeddoorstroming in sommige bloedvaten. Voor meer informatie wordt het Dopplersignaal vaak gecombineerd met echografie. Daarmee kan de bloedstroom niet alleen hoorbaar, maar ook zichtbaar gemaakt worden.

  • Echocardiografie (echo van het hart)

    Met een echocardiografie kan de vorm, grootte en het functioneren van het hart worden onderzocht. Voor meer detail wordt een echocardiografie gecombineerd met Dopplertechniek. Zo kan ook de snelheid en richting bepaald worden waarmee het bloed door verschillende delen van het hart stroomt. De stroomsnelheid van het bloed wordt op het beeldscherm in verschillende kleuren weergegeven. Deze beelden geven een indruk van de grootte van de hartkamers, de dikte van de hartspier, de pompfunctie, het functioneren van de hartkleppen (lekkage of vernauwing) en schade van bijvoorbeeld eerdere hartinfarcten.

    Echocardiografie is breed inzetbaar als onderzoek bij verschillende aandoeningen:

    Een echo van het hart kan op 2 manieren gemaakt worden: via de buitenkant op de borstkas of via de slokdarm. Via de borstkas is niet pijnlijk en wordt vaak naast het hartfilmpje (ECG) als eerste cardiologisch onderzoek gedaan.

  • Slokdarmecho

    Een slokdarmechografie is meer belastend. Dit wordt daarom alleen gedaan als dit echt nodig is. Bijvoorbeeld wanneer een echo via de borstkas onvoldoende informatie oplevert.

    Een dunne slang wordt via de (verdoofde) mond en keelholte in de slokdarm gebracht. Aan deze slang zit een zendertje dat het hart in beeld brengt. Zo kunnen sommige structuren van het hart en de aorta (grote lichaamsslagader) beter in beeld worden gebracht. De slokdarm ligt namelijk direct tegen de achterwand van het hart. Een slokdarmecho heet ook wel transoesophagale echografie (TEE).

    Mensen mogen 4 tot 6 uur voor dit onderzoek niets meer eten of drinken. Tijdens het onderzoek kan iemand normaal ademen door de neus of mond. Wanneer iemand erg tegen het onderzoek opziet, kan hij of zij vragen om een kalmeringsmiddel.

  • Duplexonderzoek van de bloedvaten

    Duplexonderzoek is een combinatie van echografie van de vaten en Doppleronderzoek. Duplexonderzoek brengt de bouw, de ligging en de grootte van de bloedvaten in beeld. En de bloedstroom in aders en slagaders kan beoordeeld worden. Dit onderzoek kan worden gedaan bij (een vermoeden van):

Verloop onderzoek

Een echocardiografie of duplexonderzoek van de bloedvaten verloopt ongeveer hetzelfde.
De laborant smeert gel op de huid en plaatst hier de transducer. Dit is een apparaatje dat geluidsgolven uitzendt en weer opvangt. Hiermee worden de beelden zichtbaar op een computerscherm. De beelden worden opgeslagen, zodat de arts ze later opnieuw kan bekijken.

Bij een echo van het hart word je aangesloten op een ECG-apparaat. Dit gebeurt via 3 stickers op de borst. Het ECG-apparaat registreert het hartritme terwijl het echo-apparaat afbeeldingen van het hart maakt. Een echo duurt 30 minuten tot een uur. 

Stel je vraag aan onze voorlichters

  • Chat via de chatknop onder in beeld (10.00 tot 16.30 uur)
  • Bel met een voorlichter: 0900 3000 300 (9.00 - 13.00 uur, € 0,05 per minuut)

We zijn bereikbaar van maandag t/m donderdag