Ventrikelseptumdefect (VSD)
Een ventrikelseptumdefect (VSD) is een aangeboren hartafwijking. Bij deze aandoening is er een gaatje in het tussenschot van de hartkamers van het hart.
Wat is VSD?
Het hart bestaat uit 2 hartkamers en 2 boezems. De hartkamers (ventrikels) zijn van elkaar gescheiden via een tussenschot (septum). Bij een VSD sluit het tussenschot tussen de hartkamers niet helemaal goed. Er zit een gaatje in.
Oorzaken VSD
Een VSD ontstaat voor de geboorte. De oorzaak is meestal onbekend. Soms speelt erfelijkheid een rol of zijn er nog andere aangeboren (hart)afwijkingen. Door het gaatje stroomt bloed van de linker- naar de rechterhartkamer. Dit komt doordat de bloeddruk in de linkerhartkamer hoger is dan rechts. In de rechterhartkamer mengt het zuurstofarme bloed met het zuurstofrijke bloed. Het hart pompt het mengsel naar de longen. Via de longen stroomt het terug naar de linkerboezem en vervolgens weer naar de linkerhartkamer.
Vanwege het VSD maakt dus een deel van het bloed opnieuw een rondje door het hart en de longen. Deze extra stroom bloed door het hart belast het hart en de longen. Het hart moet sneller en krachtiger pompen dan normaal. Het VSD kan leiden tot een hoge bloeddruk in de longslagader en hartfalen. Als het VSD vlakbij een hartklep zit, dan kan de klep daardoor gaan lekken.
Wat merk je van een VSD?
Bij een klein VSD merkt een kind niets. Meestal groeit het in het 1e of 2e levensjaar dicht. Hoe groter de opening in het tussenschot, hoe eerder de symptomen optreden. Soms zijn de symptomen al merkbaar als baby.
Een klein VSD veroorzaakt in het algemeen geen symptomen en kan vanzelf sluiten. Maar een klein VSD dichtbij de aortaklep wordt in het algemeen wel behandeld, om lekkage van de aortaklep te voorkomen.
Bij een groter VSD kan het kind:
- sneller en zwaarder ademhalen
- moeite met de voeding hebben (kind is moe/buiten adem voordat de fles leeg is)
- in de groei achterblijven
- vaker luchtweginfecties oplopen
Diagnose
Een kind met een VSD hoeft geen klachten te hebben. Daardoor wordt een VSD soms pas op latere leeftijd ontdekt. Meestal ontdekt de arts een VSD doordat hij een hartruis hoort via de stethoscoop. Het geruis ontstaat doordat bloed van de ene naar de andere hartkamer stroomt.
Op een echo kan de arts zien of er een gaatje in het tussenschot van de hartkamers zit en waar dit zich bevindt. Ook controleert de arts de grootte van de hartkamers en boezems en kijkt hij of er klepafwijkingen zijn.
Kris Krokodil helpt kinderen met een hartafwijking
Behandeling
De behandeling van een VSD is afhankelijk van de grootte en de plek van het gaatje:
- ongeveer de helft van de gaatjes sluit spontaan, meestal op kinderleeftijd
- bij een middelgroot VSD wacht de cardioloog af of het gaatje dichtgroeit
- een groot VSD sluit de arts vrij snel, liefst tussen de 3 en 6 maanden. Een kind is dan groot genoeg om de operatie goed te doorstaan
Hartfalen kan behandeld worden met medicijnen en/of een (tijdelijk) bandje om de longslagader. Na verloop van tijd volgt de definitieve ingreep: het plaatsen van een parapluutje of een operatie om het gat te dichten.
TikkieRing
Tikkies zijn stoere bedels voor kinderen met een hartafwijking. Bij ieder onderzoek en elke behandeling krijgt je kind een passende Tikkie voor aan de TikkieRing.
Na de behandeling
Kinderen herstellen over het algemeen snel na de ingreep. De cardioloog controleert of de littekens goed genezen en het gaatje goed gesloten is.
In de eerste 6 maanden:
- is er een verhoogde kans op bloedpropjes. Daarom moet het kind na de ingreep ongeveer een half jaar een lage dosis aspirine slikken.
- zijn kinderen gevoeliger voor ontstekingen aan de binnenkant van het hart (bacteriële endocarditis). Daarom is er een half jaar na de behandeling antibiotica nodig voorafgaand aan sommige ingrepen aan het gebit of het tandvlees. Overleg dit met de cardioloog.
Vaak gaan kinderen binnen een paar weken na de operatie weer naar school. Ze mogen weer alles doen wat hun leeftijdgenootjes ook doen. De kinderen blijven wel onder controle van de arts.
Leven met VSD
Na sluiting van het gat hebben kinderen met een VSD een normale levensverwachting. Zij mogen alles doen wat hun leeftijdsgenootjes ook doen. Op latere leeftijd is er een risico op hartritmestoornissen. Volwassenen met een gesloten VSD hebben meestal geen nieuwe operaties of andere ingrepen nodig.
Stel je vraag aan onze voorlichters
- Chat via de chatknop onder in beeld (10.00 tot 16.30 uur)
- Bel met een voorlichter: 0900 3000 300 (9.00 tot 13.00 uur, € 0,05 per minuut)
We zijn bereikbaar van maandag t/m donderdag, met uitzondering van feestdagen.