Hartstichting.nl wordt geladen

Soorten hartritmestoornissen

Er bestaan verschillende soorten hartritmestoornissen bij kinderen.

Onregelmatige hartslag

Jonge kinderen hebben allemaal weleens een onregelmatige hartslag. Vooral na het drinken van veel cola of bij stress en drukte. Meestal zijn er weinig klachten en gaat de onregelmatige slag of overslag vanzelf weer over. Klaagt een kind vaak over een hartslag die overslaat? Maak dan een afspraak met de huisarts.

Te hoge hartslag

Wanneer een zuigeling of peuter een aanhoudende hartslag heeft van boven de 200 slagen per minuut in rust, dan spreken we over tachycardie. Voor een kind ouder dan 5 jaar is dit bij 160 slagen per minuut. Het hart gaat dan zichtbaar razendsnel tekeer.

Zo'n snelle hartslag kan plotseling opkomen. Het kind voelt zich duizelig, wankel en niet zo lekker. De kans bestaat dat het flauwvalt. Na een aanval voelt het kind zich enige tijd moe. De aanval kan een paar uur duren, maar kan ook na een paar minuten of zelfs seconden weer over zijn.

Als de aanvallen vaak voorkomen of lang duren, is behandeling nodig. Ook als een kind steeds een te hoge hartslag heeft (zonder aanvallen), is behandeling nodig om verzwakking van de hartspier te voorkomen.

Te lage hartslag

Een te lage hartslag heet bradycardie. Als een baby langere tijd een hartslag heeft van 80 slagen per minuut, is er sprake van bradycardie. Een lage hartslag tijdens het slapen en de voeding is meestal normaal. 

Bradycardie kan ook komen door een traag werkende schildklier, onderkoeling of tekort aan zuurstof. Kinderen met een te traag hartritme voelen zich vooral bij inspanning moe en duizelig. Soms hebben ze de neiging flauw te vallen, vooral bij extra inspanning of als ze zich druk maken. In rust zijn er meestal geen klachten.

Oorzaken

Mogelijke oorzaken van ritmestoornissen bij kinderen zijn:

  • een aangeboren hartafwijking
  • beschadiging van het hart na een virusinfectie
  • erfelijke hartritmestoornis

Na een hartoperatie kan in de loop der jaren littekenweefsel ontstaan op het hart. Dit kan dan tot ritmestoornissen leiden. Soms ontstaan er in de eerste dagen na een operatie ritmestoornissen, die daarna vaak weer verdwijnen.

Het is normaal dat (jonge) kinderen een hogere hartslag hebben dan volwassenen. Naarmate een kind ouder wordt, wordt de hartslag langzamer.

Waardes normale hartslag bij kinderen

Leeftijd 
in jaren
Hartslag per
minuut in rust
Maximale hartslag per 
minuut tijdens extreme
belasting
<1 105-160 200
1-2 100-150 190
2-5 95-140 180
5-12 80-120 180
>12 60-100 180

 

Diagnose

Om erachter te komen je een kind een hartritmestoornis heeft, kan een arts meerdere onderzoeken doen. Allereerst is dit een hartfilmpje en soms is daarna aanvullend onderzoek nodig. Je kind kan bijvoorbeeld een apparaatje krijgen om thuis een tijdje de hartslag in de gaten te houden. 

Behandeling

Ingrijpende behandelingen zijn bij ritmestoornissen niet altijd nodig. Soms verdwijnt de stoornis naarmate het kind ouder wordt. Behandeling kan dan afgewacht of uitgesteld worden. De behandeling van een ritmestoornis hangt af van: het type en de ernst van de stoornis, de hoeveelheid klachten en de leeftijd.

  • Medicijnen

    Om de ritmestoornis onder controle te houden kan de kindercardioloog medicijnen voorschrijven. Soms moet het kind hiervoor een paar dagen in het ziekenhuis blijven, om de juiste dosering te bepalen. Soms kunnen medicijnen voor de rest van het leven nodig zijn. Maar het komt ook voor dat ze tijdelijk, een aantal maanden of jaren, ingenomen moeten worden.

  • Cardioversie

    Bij een te lang aanhoudende ritmestoornis raakt het kind (en het hart) vermoeid. Dan kan de cardioloog cardioversie voorstellen. Het kind krijgt dan medicijnen per infuus (medicinale cardioversie) of een elektrische schok onder lichte narcose (elektrische cardioversie). Het hartritme kan zich zo herstellen.

  • Ablatie

    Tijdens een ablatie isoleert of doorbreekt de arts de plek waar storende prikkels ontstaan. Soms loopt er een extra bundel over het hart waar prikkels doorheen gaan, of er is een circuit waarin prikkels blijven rondcirkelen. Zo'n bundel of circuit wordt uitgeschakeld door het hartweefsel plaatselijk te verhitten.

  • Pacemaker of ICD

    In sommige gevallen krijgt het kind een pacemaker of ICD (inwendige defibrillator). Een pacemaker houdt het hartritme in de gaten en stuurt dit zo nodig bij als de hartslag te traag is. Een ICD bewaakt continu het hartritme en geeft een elektrische schok af bij een gevaarlijke ritmestoornis zodat het hartritme kan herstellen.

    Om te voorkomen dat een pacemaker of een ICD beschadigd of ontregeld raakt, moet een kind voorzichtiger leven dan andere kinderen. Deze apparaatjes kunnen tegen een stootje, maar binnen bepaalde grenzen. Het kind moet oppassen dat het geen harde klap krijgt op de plaats waar de pacemaker of ICD zit. Het kan daarom beter geen sporten doen met veel lichamelijk contact, zoals boksen, rugby of ijshockey.

    Gemiddeld gaat de batterij van een pacemaker of ICD 6 tot 8 jaar mee. Daarna moet het apparaatje vervangen worden via een kleine ingreep. De elektroden mogen meestal blijven  zitten.

Stel je vraag aan onze voorlichters

  • Chat via de chatknop onder in beeld (10.00 tot 16.30 uur)
  • Bel met een voorlichter: 0900 3000 300 (9.00 - 13.00 uur, € 0,05 per minuut)

We zijn bereikbaar van maandag t/m donderdag