Hartstichting.nl wordt geladen

Hoe werkt een pacemaker?

De pacemaker heeft een sensor die voortdurend het hartritme bewaakt. De pacemaker geeft stroomstootjes af om het hart weer in het juiste ritme te krijgen. De pacemaker houdt rekening met inspanning: de stroomstootjes volgen elkaar bij inspanning sneller op.

Wie heeft een pacemaker nodig?

Meestal is een pacemaker nodig bij een te traag hartritme. Dit komt voor bij onder andere:

Bij boezemfibrilleren kan een pacemaker ervoor zorgen dat de kamers in het juiste ritme blijven samentrekken. Voor mensen met hartfalen is er een speciale pacemaker die de kamers meer synchroon laat samentrekken (cardiale resynchronisatietherapie CRT).

To be able to view this content you need to accept the cookies that come from this third party.

Soorten pacemaker

De pacemaker bestaat al vanaf 1932. Toen was het nog een uitwendige pacemaker die op een rijdend karretje stond. In 1958 kregen mensen voor het eerst een inwendige pacemaker. De technologische ontwikkeling van pacemakers gaat snel. Pacemakers worden steeds kleiner en hebben steeds meer instellingen. In december 2012 is de eerste draadloze pacemaker geplaatst.

Er zijn verschillende soorten pacemakers. Het is afhankelijk van de aandoening welke soort het meest geschikt is. De cardioloog bespreekt met je welke pacemaker het meest geschikt is. Bereid het gesprek met de cardioloog goed voor en stel gerust vragen. Hiervoor kun je deze vragenlijst gebruiken.

  • AAI-pacemaker

    De AAI-pacemaker stimuleert het samentrekken van de boezems wanneer de sinusknoop niet goed werkt, bijvoorbeeld bij het Sick Sinus Syndroom. Deze pacemaker heeft een elektrode in de rechterboezem.

  • VVI-pacemaker

    De VVI-pacemaker stimuleert het samentrekken van de hartkamers. Deze pacemaker wordt vaak gebruikt bij boezemfibrilleren, om ervoor te zorgen dat de hartkamers in het juiste ritme blijven pompen als de boezems op hol slaan. De VVI-pacemaker heeft een elektrode in de rechterkamer maar geen elektrodes in de boezems.

  • DDD-pacemaker

    De DDD-pacemaker stimuleert de boezems én de hartkamers. Hij is geschikt voor patiënten met een AV-blok of patiënten met zowel een AV-blok als een Sick Sinus Syndroom. De elektroden worden geplaatst in de rechterboezem en in de rechterhartkamer. Kenmerken van de DDD-pacemaker zijn:

    • Deze pacemaker zorgt ervoor dat het samentrekken van boezems en hartkamers elkaar goed opvolgt, waardoor de pompwerking van het hart verbetert

    • Deze pacemaker houdt rekening met de frequentie van de boezems. Bij inspanning loopt deze frequentie op en de pacemaker stimuleert de hartkamers dan in hetzelfde ritme

  • Cardiale resynchronisatie (CRT)

    De CRT-pacemaker zorgt ervoor dat bij patiënten met hartfalen de 2 hartkamers weer tegelijk samentrekken.

Plaatsen pacemaker

Het plaatsen van een pacemaker is een redelijk eenvoudige ingreep, die 1,5 tot 2 uur duurt. Bij een speciale pacemaker (CRT) duurt de ingreep iets langer. De pacemaker wordt vaak linksboven onder de huid geplaatst. Je krijgt meestal een plaatselijke verdoving en bent bij kennis. Wel krijg je pijnstillende en rustgevende medicijnen. Soms wordt de elektrode aan de buitenzijde van het hart geplaatst, dan is een hartoperatie onder volledige narcose nodig.

pacemaker

De cardioloog maakt een snee van 5 tot 10 centimeter op de plek waar de pacemaker moet komen. Daar maakt hij een holte onder de huid, waarin hij de pacemaker plaatst. Via een ader onder het sleutelbeen schuift de arts elektrodedraden naar het hart. De uiteinden van de draden haken vast aan de binnenzijde van de hartwand. De andere kant van de elektrodedraden worden aan de kop van de pacemaker vastgemaakt. De pacemakertechnicus stelt de pacemaker in en controleert of hij goed werkt.

  • Risico's en bijwerkingen

    Het plaatsen van een pacemaker heeft weinig risico’s en verloopt meestal goed. Complicaties kunnen zijn:

    • Infectie van de operatiewond of een infectie rond de pacemaker of elektroden
    • Bloedstolsels op de elektrodedraden en in de aders
    • Bloedingen, vooral bij gebruik van bloedverdunners
    • Klaplong
    • Verplaatsing van een elektrodedraad in de eerste weken na de implantatie: de draad moet dan vastgezet worden
    • Losraken of kapotgaan van de elektrodedraden: de draad moet dan vastgemaakt of vervangen worden. Continu de hik hebben kan wijzen op een losgeraakte pacemakerdraad
    • Verplaatsing van de pacemaker, waardoor er druk op de huid of een bobbel of een wondje ontstaat
    • Pacemakersyndroom: klachten zoals hartkloppingen, moeheid en duizeligheid. Dit kan komen doordat het prikkelen van de boezems en hartkamers niet goed op elkaar afgestemd is. Soms is een andere afstelling nodig of een ander type pacemaker. Ook medicijnen (anti-aritmica) kunnen de klachten soms verhelpen

Na de ingreep

De eerste 6 weken moeten de elektroden de kans krijgen om vast te groeien in het hart. Houd daarom de volgende regels aan:

  • Vermijd rekken, strekken en ronddraaiende bewegingen van de arm boven schouderhoogte (ook niet zwemmen)
  • Til geen zware dingen en verricht geen zwaar werk met de armen (de onderarmen mogen wel bewegen)
  • Probeer de arm niet achter het te lichaam brengen, pas bijvoorbeeld op met het aantrekken van de jas
  • Vermijd knellende kleding in verband met irritatie van de wond
  • Probeer de arm wel te bewegen, anders ontstaan er mogelijk pijnklachten aan het schoudergewricht (frozen shoulder)

Nadat de pacemaker geplaatst is, is regelmatige controle nodig bij de pacemakertechnicus en cardioloog. De technicus test de pacemaker en stelt deze indien nodig bij. De cardioloog doet de medische controle van het hart. Bij de nieuwste pacemakers hoef je steeds minder naar het ziekenhuis voor controle. Met telebegeleiding houdt de arts op afstand in de gaten of de pacemaker goed werkt.

  • Pacemaker-registratiekaart

    Iedereen met een pacemaker krijgt een pacemaker-registratiekaart. Op het pasje staat informatie over de pacemaker en er staan telefoonnummers op voor noodgevallen, vragen of problemen. Ook staan de fabrikant en het serienummer van de pacemaker en de elektroden op de pas.

  • Vervangen pacemaker als de batterij leeg is

    De batterij van een pacemaker gaat 5 tot 10 jaar mee. Bij controles ziet de arts ruim op tijd of de batterij leeg raakt. Dan wordt de pacemaker (het kastje) vervangen. Het vervangen van de pacemaker is een kleine ingreep. Meestal krijg je alleen een nieuw kastje. Dit wordt aangesloten op de oude elektrodedraden. Meestal mag je dezelfde dag nog naar huis. 

    Na het vervangen krijg je dezelfde controle van de wond als na het plaatsen van de pacemaker. Je mag de arm na ongeveer 2 weken weer gebruiken. 

Meer over pacemakers?

Vraag dan onze gratis folder aan. Hierin lees je alles over pacemakers.
Tablet met een foto van een arts die uitleg geeft

Waar kan ik beter uit de buurt blijven met een pacemaker?

Moderne pacemakers zijn goed beschermd en raken niet zo snel van slag. Toch kan een sterke magneet je pacemaker storen. Dit effect is meestal tijdelijk. Door weg te lopen van het apparaat werkt de pacemaker direct weer normaal. Neem bij twijfel over het gebruik van apparaten thuis of op het werk contact op met de pacemakertechnicus of cardioloog. Eventueel kan er een onderzoek op je werkplek gedaan worden.

  • Huishoudelijke apparaten

    De meeste huishoudelijke apparaten zijn goed afgeschermd. Met een pacemaker is het gebruik van deze apparaten, zoals een keukenmachine, elektrisch mes of magnetron geen probleem. Maar houd dit soort apparaten niet tegen de pacemaker en zorg ervoor dat ze in goede technische staat zijn.

    Voor het gebruik van een inductiekookplaat of -oven lopen de adviezen uiteen. Raadpleeg daarom de pacemakertechnicus als je een inductiekookplaat of -oven hebt of wilt aanschaffen.

  • Telefoons, computers en multimedia

    Een draadloze telefoon (DECT) en mobiele telefoon zijn veilig. Bewaar de telefoon niet in de borstzak aan de pacemakerkant en houd de telefoon op minimaal 15 centimeter afstand van de pacemaker.

    Computers, laptops, tablets of printers kunnen zonder problemen worden gebruikt. Ook draadloze netwerken zoals wifi en WLAN kunnen geen kwaad. Bij sommige tablets (o.a. de iPad) wordt de cover bevestigd met magneten. Deze magneten kunnen de pacemaker storen als de tablet op de borst ligt, bijvoorbeeld als iemand in slaap valt. Er is geen risico zolang de tablet op minimaal 15 cm van de pacemaker verwijderd is.

    Houd ook 15 centimeter afstand van draagbare multimedia-spelers (zoals spelcomputers) en van de controllers of stuurwielen van spelcomputers.

  • Veiligheidspoortjes in winkels

    Door veiligheidspoortjes in winkels lopen is meestal geen probleem. Loop er wel snel doorheen en leun niet tegen de poortjes. De poortjes kunnen reageren op de metalen onderdelen van een pacemaker.

  • Veiligheidscontrole vliegveld

    Opsporingsapparatuur op vliegvelden reageert vrijwel zeker op de metalen onderdelen van de pacemaker. De patiënt kan daarom beter aangeven dat hij een pacemaker heeft. De magneetstaaf die het personeel gebruikt bij het handmatig fouilleren is veilig als de beambte deze in een vloeiende beweging over de pacemaker haalt en de staaf op minimaal 15 centimeter afstand van de pacemaker houdt. Het is beter om direct om een handmatige controle te vragen, zonder magneetstaaf. Dit zal meestal geen probleem zijn, zeker niet bij het tonen van de pacemakerpas.

  • Medische apparatuur

    Er zijn medische apparaten die een risico kunnen opleveren. Raadpleeg de cardioloog als je binnenkort één van de volgende onderzoeken of behandelingen moet ondergaan:

    • MRI (met uitzondering van MRI-veilige pacemakers en elektrodedraden)
    • ultrakortegolf behandeling (UKG-behandeling)
    • bestraling
    • vergruizen van een gal- of niersteen
    • een ingreep onder algehele narcose of een andere grote ingreep

    De arts zoekt naar het beste alternatief of schakelt de pacemaker tijdelijk uit. Vertel de fysiotherapeut, de tandarts en de schoonheidsspecialist altijd dat je een pacemaker hebt. Zij gebruiken soms apparaten met elektromagnetische velden of elektrische impulsen.

  • Afstand tot apparaten

    In onderstaand schema staat welke afstand het beste is tot sommige apparaten. Er zijn ook apparaten die je met een pacemaker beter helemaal kunt vermijden.

    Houd minstens 30 cm afstand bij:

    • Stereoluidsprekers van grote geluidsinstallaties
    • Navigatiesystemen voor in de auto (TomTom, etc.)
    • Portofoon of mobilofoon

    Houd minstens 90 cm afstand bij:

    • Krachtige magneten voor industriële toepassingen
    • Motoren met een zeer hoog vermogen
    • Zendantennes en hoogspanningskabels
    • Draaiende elektromotoren (bv. de wisselstroomdynamo van een auto)
    • Afstandsbedieningen met antenne

    Beter vermijden:

    • Elektrolyse (ontharing)
    • Massagestoel
    • Magnetische matrassen/ stoelen
    • Powerplate/ trilplaat
    • Lichaamsvet-weegschalen
    • Elektrische wapenstok/ tasergun
    • Krachtstroomgeneratoren
    • Wii Balanceboard

Leven met een pacemaker

Met een pacemaker kun je een redelijk normaal leven leiden. Er zijn wel dingen om rekening mee te houden.

  • Autorijden

    Heb je een pacemaker? Dan gelden er extra regels als je wil autorijden. Want als je klachten krijgt tijdens het rijden kan dit gevaarlijk zijn. Voor jezelf en voor andere mensen in het verkeer. Soms is een keuring door het CBR nodig voordat je de weg weer op mag. Bespreek dit met je cardioloog. 

    Lees meer over autorijden met een hartaandoening op CBR.nl

  • Sporten

    De eerste 6 weken na implantatie zijn de meeste sporten niet toegestaan. Daarna zijn de meeste sporten gewoon mogelijk. Alleen met contactsporten, zoals vechtsporten of balsporten, moet je oppassen. Een klap of trap op de plek van de pacemaker is erg pijnlijk. De pacemaker gaat hierdoor niet kapot, maar er is wel een kleine kans dat de aansluiting van een elektrode knapt.

    Overleg bij twijfel over een sport met de cardioloog. Vertel ook de pacemakertechnicus welke sporten je doet, zodat de technicus hiermee rekening kan houden bij de instelling van de pacemaker.

  • Vakantie

    In principe kunnen mensen met een pacemaker gewoon op vakantie. Wel is het verstandig altijd de pacemakerpas mee te nemen. Reizen per auto, boot, trein of vliegtuig geeft geen enkel probleem. Neem bij reizen naar het buitenland een verklaring mee in de taal van het land (of in het Engels) waarin staat dat je een pacemaker draagt. Dit voorkomt problemen als je veiligheidscontroles passeert. Controlepoortjes op vliegvelden vormen geen gevaar voor de pacemaker, zolang je er maar vlot doorheen loopt.

    Houd er in het buitenland rekening mee dat de pacemaker alleen uitgelezen kan worden in een ziekenhuis dat werkt met hetzelfde merk. Kijk of er op de website van de leverancier adressen van buitenlandse ziekenhuizen staan.

  • Werk

    Meestal mag je vrij snel na het plaatsen van de pacemaker weer aan het werk. De eerste weken is zwaar lichamelijk werk niet toegestaan. Werken met zware elektrische apparatuur kan de pacemaker beïnvloeden (bijvoorbeeld zware transformatoren in elektrische lasapparatuur). Overleg bij twijfel met de cardioloog of pacemakertechnicus of de werkplek veilig is of laat een werkplekonderzoek uitvoeren.

    Een pacemaker is geen reden om iemand arbeidsongeschikt te verklaren, ook niet gedeeltelijk. Als je bij sollicitaties terughoudende reacties bemerkt vanwege de pacemaker, stel dan voor dat de werkgever contact opneemt met de cardioloog.

  • Psychische en sociale gevolgen

    Iedereen reageert verschillend op het dragen van een pacemaker. Sommige mensen gaan gewoon door met hun leven alsof er helemaal niets aan de hand is. Anderen vragen juist veel aandacht van hun omgeving. Weer anderen worden er wat onzeker en angstig van. Praat met mensen in de omgeving.

    Soms biedt een gesprek met een lotgenoot of patiëntenbegeleider uitkomst. Kijk op de website van Harteraad of neem contact op met de voorlichters van de Hartstichting Neem bij ernstige of aanhoudende klachten contact op met de cardioloog of huisarts.

  • Seksualiteit en zwangerschap

    Misschien ben jij of is je partner bang dat er iets mis kan gaan tijdens het vrijen. Deze angst is begrijpelijk, maar niet nodig. Bij twijfel, overleg dan met je huisarts of cardioloog. Meer informatie staat in de folder Hart- en vaatziekten en seksualiteit.

    Een pacemaker hoeft bij zwangerschap geen specifieke problemen te geven. Het is wel verstandig om een kinderwens vooraf te bespreken met de cardioloog.

  • Verzekeringen

    De basisverzekering is bij elke verzekeraar gelijk en de voorwaarden zijn door de overheid bepaald. De aanvullende ziektekostenverzekeringen en bijhorende voorwaarden worden door de zorgverzekeraars zelf bepaald. Vergelijk daarom de voorwaarden en premies van verschillende aanbieders.

    Een pacemaker kan een hogere premie van een levensverzekering of een hypotheek tot gevolg hebben. Voor de verzekeraar vormt een pacemaker een licht verhoogd gezondheidsrisico. Als je de pacemaker verzwijgt, kun je later problemen krijgen bij een uitkering.

Kinderen met een pacemaker

Een kind met een pacemaker moet voorzichtiger leven dan andere kinderen om te voorkomen dat de pacemaker beschadigd of ontregeld raakt. In de eerste 6 weken na de operatie moet het kind nog een beetje rustig aan doen, vooral met de arm die het dichtst bij de pacemaker zit. Dus bijvoorbeeld geen zware dingen tillen, geen zware rugzak om of gymnastiekoefeningen doen zoals kopjeduikelen of op de handen staan. Voor baby's gelden geen bijzonderheden.

  • Zwemmen

    Kinderen met een pacemaker mogen zwemmen, maar moeten hiermee wachten totdat de operatiewond helemaal dicht is. Vraag voor de zekerheid nog even na bij de kindercardioloog of het kind inderdaad mag zwemmen.

  • Rennen en stoeien

    In principe kan de pacemaker wel tegen een stootje, binnen bepaalde grenzen. Bij peuters is het belangrijk om te voorkomen dat het kind hard valt. Het kind mag gewoon met zijn of haar broertjes, zusjes en vriendjes stoeien. Pas wel op dat het geen (harde) klap of por krijgt op de plaats waar de pacemaker zit.

    Als het kind al wat ouder is, moet het opletten met tillen en strekken:

    • niet met het hele gewicht aan de handen hangen
    • niet te zwaar tillen
    • geen radslag maken
    • niet vechten
  • Sporten

    Er zijn sporten die kinderen met een pacemaker beter niet kunnen doen. Streetdance is af te raden, net als boksen, ijshockey en worstelen. Gewoon dansen, tennis en voetbal is meestal geen probleem. Vraag de kindercardioloog om advies en breng in ieder geval de gymdocent op de hoogte.

Stel je vraag aan onze voorlichters

  • Chat via de chatknop onder in beeld (10.00 tot 16.30 uur)
  • Bel met een voorlichter: 0900 3000 300 (9.00 tot 13.00 uur, € 0,05 per minuut)

We zijn bereikbaar van maandag t/m donderdag, met uitzondering van feestdagen.