Hartstichting.nl wordt geladen

Wat is PVI via katheterablatie?

PVI staat voor Pulmonaal Venen Isolatie. Het wordt ook wel isolatie van de longaders genoemd. Het is een behandeling voor patiënten met boezemfibrilleren, een veel voorkomende hartritmestoornis. De prikkels die het ritme verstoren komen vaak uit het gebied rond de longaders. Bij PVI blokkeert de arts deze prikkels door littekenweefsel te maken rond de longaders.

Verloop van de ingreep

PVI is een vorm van katheterablatie. Algemene informatie hierover vind je op de pagina Ablatie. De behandeling vindt plaats onder algehele narcose, of via plaatselijke verdoving van de lies. Via de lies brengt de arts de katheter in en schuift deze vervolgens door de bloedvaten heen naar het hart. Daarna prikt de arts een gaatje in de wand tussen de rechter- en linkerboezem om met de katheter in de linkerboezem te komen. Dit gaatje gaat na de behandeling vanzelf dicht.

De arts kan op verschillende manieren littekens maken:

  • verhitten met radiofrequente energie (RF-ablatie)
  • bevriezen (cryoablatie)
  • met elektrische schokjes (elektroporatie)

Het verschilt per ziekenhuis welke manier het meest wordt gebruikt.

 

Ablatie door verhitting (RF-ablatie)

Rondom de uitmonding van de longader maakt de cardioloog kleine littekentjes naast elkaar, in de vorm van een cirkel. De cirkel blokkeert de elektrische prikkels die het hartritme verstoren. De cardioloog kan ook in één keer een cirkel branden met een speciale cirkelvormige katheter. Het branden kan pijnlijk zijn, sommige patiënten krijgen hiervoor een pijnstiller.

De cardioloog herhaalt de behandeling voor de 4 longaders en controleert of er nog elektrische prikkels naar het hart lekken. Soms zijn extra littekens nodig in de linkerboezem en soms ook in de rechterboezem. Dit gebeurt bijvoorbeeld als een eerdere ablatie niet succesvol was. De procedure duurt 2 tot 4 uur.

Ablatie door bevriezen (cryoablatie)

Een andere mogelijkheid van PVI via katheterablatie is cryoablatie. Hierbij maakt de arts gebruik van kou (cryotherapie). De katheter heeft een ballonnetje, dat in de uitmonding van de longaders wordt gelegd. Daar wordt de ballon opgeblazen en een aantal minuten gekoeld tot -50 graden Celsius. Op deze manier ontstaat een cirkelvormige blokkade voor ongewenste prikkels uit de longaders. De cardioloog herhaalt dit voor de 4 longaders en controleert of de blokkade goed is
gelukt. Deze behandeling duurt 2 tot 3 uur.

Ablatie met elektrische schokjes (elektroporatie of PFA)

Deze vorm van katheterablatie bestaat nog niet zo lang. Inmiddels zijn er al best veel ziekenhuizen die de ingreep op deze manier kunnen uitvoeren. En er komen steeds meer ziekenhuizen bij. De katheter voor PFA raakt de longader rondom en kan verschillende vormen hebben. Elke
longader krijgt meerdere schokjes. Een schokje duurt een paar seconden en tussendoor draait de arts de katheter. Op die manier ontstaat een sluitende cirkel van littekens.

Het voordeel van deze manier van ablatie? Er is minder kans dat weefsel in de buurt van de ablatieplek onbedoeld wordt beschadigd. Ook gaat het wat sneller dan andere manieren van ablatie. De ingreep duurt soms maar 1 uur, maar kan ook langer duren.

  • Welke manier van ablatie is de beste?

    Veel ziekenhuizen kunnen een PVI katheterablatie op verschillende manieren uitvoeren. De cardioloog kijkt welke methode het meest geschikt is voor een patiënt. Dat heeft onder andere te maken met de vorm van het hart en de bloedvaten. Dit kan per persoon verschillen.

  • Risico's en complicaties

    De risico’s van een PVI via een katheterbehandeling zijn niet groot, maar net zoals bij elke ingreep kunnen er complicaties optreden.

    Er wordt een lage dosis röntgenstraling gebruikt, die (vrijwel) geen schadelijke gevolgen heeft. De risico’s kunnen per ablatiemethode en per patiënt verschillen. De arts houdt hier rekening mee bij de keuze van de ablatiemethode.

    Risico's die samengaan met de katheterisatie zijn:

    • Ontstaan van bloedstolsels in de linkerboezem. Er is een risico dat deze losschieten en een beroerte veroorzaken.
    • Ontstaan van een ritmestoornis, waarvoor cardioversie (een elektrische schok) nodig is.
    • Een bloeding op de plaats waar de slagader of de ader is aangeprikt.

    Er zijn een aantal risico's specifiek voor ablatie:

    • Ontstaan van een gaatje in het hart, waardoor er bloed in het hartzakje komt. Als het nodig is, kan de arts met een naald door de huid het bloed uit het hartzakje zuigen.
    • Vernauwing van de longaders. Dit geeft meestal geen klachten, maar soms is een ingreep nodig om dit te herstellen.
    • Beschadiging van de middenrifzenuw. Dit herstelt meestal vanzelf, maar dat kan wel een paar weken tot maanden duren.
    • Ontstaan van een doorgang tussen de linkerhartboezem en de slokdarm. Dit is ernstig, maar komt bijna nooit voor.

To be able to view this content you need to accept the cookies that come from this third party.

Na de ingreep

Een PVI-ablatie verloopt vaak succesvol. Soms zijn meerdere ablaties nodig voordat iemand definitief van de ritmestoornis af is. De kans op succes hangt af van:

  • het type boezemfibrilleren
  • de duur van de ritmestoornis
  • grootte van de hartboezems
  • onderliggende hartziektes (hartfalen, hartkleplekkage)

In de eerste maanden na de behandeling zijn soms nog ritmestoornissen te voelen. Dat is normaal. Het hartweefsel moet zich nog aanpassen. Vaak zijn daarom de eerste periode nog medicijnen nodig voor het hartritme. Ook moet je na de ingreep nog minimaal 2 maanden antistollingsmedicijnen slikken.

Na die tijd blijft antistolling voor veel patiënten nodig. Dat is niet afhankelijk van het succes van de ablatie, maar van het risico op beroerte. De arts kijkt daarvoor naar je leeftijd, je geslacht, je bloeddruk, en of je diabetes hebt. Ook hart- of vaatziektes die je hebt of hebt gehad, worden meegenomen. Als je bijvoorbeeld al eens een beroerte of TIA hebt gehad, dan blijft antistolling nodig.

Stel je vraag aan onze voorlichters

  • Chat via de chatknop onder in beeld (10.00 tot 16.30 uur)
  • Bel met een voorlichter: 0900 3000 300 (9.00 - 13.00 uur, € 0,05 per minuut)

We zijn bereikbaar van maandag t/m donderdag