Hartbiopsie
Bij een hartbiopsie wordt een stukje weefsel (biopt) uit het hart genomen voor nader onderzoek. Dit gebeurt via katheterisatie. De patholoog-anatoom onderzoekt dit onder de microscoop.
Waarom een hartbiopsie?
Een hartbiopsie wordt gedaan om:
- de oorzaak van een hartspierziekte of hartfalen vast te stellen
- na een harttransplantatie te controleren op afstotingsverschijnselen
Onderzoek via katheter
Het onderzoek vindt plaats onder plaatselijke verdoving in de hals of lies. De cardioloog prikt een grote ader in de hals of lies aan. Vervolgens wordt een instrument via een dun, buigzaam slangetje pijnloos in de ader geschoven en opgeschoven naar het hart. Dit slangetje heet katheter. De katheter heeft aan de punt een bekje dat open en dicht kan. Hiermee neemt de arts een paar stukjes weefsel uit de hartspier, meestal uit de rechterkamer.
Na een hartbiopsie
Na het prikken in de lies mag de patiënt 2 tot 4 dagen:
- geen zware dingen tillen
- niet fietsen
- niet autorijden
- niet zwemmen
Risico's hartbiopsie
Een hartbiopsie verloopt meestal zonder problemen, maar soms kunnen complicaties optreden.
Zeldzame complicaties zijn:
- lekken van bloed uit het prikgat in de hals of lies
- lekken van bloed uit de plaats in de hartspier waar het biopt genomen is
- hartritmestoornissen
- klaplong
Een zeer zeldzame complicatie is perforatie: een gaatje in de wand van een boezem en/of hartkamer.
Meer over hartfalen?
Stel je vraag aan onze voorlichters
- Chat via de chatknop onder in beeld (10.00 tot 16.30 uur)
- Bel met een voorlichter: 0900 3000 300 (9.00 tot 13.00 uur, € 0,05 per minuut)
We zijn bereikbaar van maandag t/m donderdag, met uitzondering van feestdagen.