Hartstichting.nl wordt geladen

Hartfalen

Door een hartinfarct raakt een deel van de hartspier beschadigd, ook als de patiënt snel wordt gedotterd. De knijpkracht van het hart neemt daardoor af: per hartslag pompt het hart minder bloed het lichaam in. Artsen kunnen dit hartfalen nog niet genezen en patiënten krijgen vaak last van ernstige vermoeidheid of hartritmestoornissen.

Meer hartspiercellen overleven

Groningse wetenschappers hebben in hun lab aanwijzingen gevonden dat zwavelverbindingen ervoor kunnen zorgen dat veel meer hartspiercellen overleven na een hartinfarct. Het gaat om goedkope, eenvoudig stofjes, die het lichaam ook zelf aanmaakt. Met de nieuwe subsidie gaan de wetenschappers de effecten van 1 van deze stoffen nader onderzoeken. Dat doen ze bij 400 patiënten die voor het eerst een hartinfarct hebben gehad.

Onderzoek na dotteren

De helft van deze patiënten krijgt tijdens het dotteren 1 infuus, met daarin 1 vloeistof die zorgt dat er meer zwavelverbindingen ontstaan in het lichaam. De andere helft krijgt ook een infuus, maar daarin zit een nepmiddel (placebo). Na 4 maanden gaan alle patiënten onder een MRI-scan. De onderzoekers bekijken of de hartspier inderdaad minder beschadigd is bij de mensen die de zwavelverbinding kregen.   

Sneller nieuwe behandelingen ontwikkelen

Dankzij dit onderzoek wordt nu snel duidelijk of de eerdere ontdekkingen in het laboratorium ook echt kunnen leiden tot een nieuwe behandeling voor patiënten. De Hartstichting steekt ruim € 300.000 in dit onderzoek. Ook overheidsorganisatie ZonMw investeert ruim € 300.000. Beide organisaties steunen meerdere projecten die de stap van lab naar patiënt versnellen.

Samenwerking

De onderzoekers werken samen met andere onderzoekers die met steun van de Hartstichting onderzoek doen naar behoud van de hartspier na een hartinfarct.