Hartstichting.nl wordt geladen

Wat is isotopenonderzoek?

Isotopenonderzoek maakt gebruik van radioactieve deeltjes (de isotopen). Het onderzoek geeft informatie over de activiteit en de doorbloeding van het hart. Er zijn 3 soorten isotopenonderzoek:

  • SPECT-scan: beeldt de doorbloeding van de hartspier af

    De SPECT-scan geeft informatie over de activiteit en de doorbloeding van de hartspier. Ook helpt de scan bij het vaststellen of iemand vernauwde kransslagaders heeft.

    Bij een SPECT-scan wordt de patiënt met plakkers (elektrodes) aangesloten op een ECG-apparaat. Hiermee wordt een hartfilmpje gemaakt. Via een infuus krijgt de patiënt een licht radioactieve stof (tracer) ingespoten. Deze stof gaat via de bloedbaan naar het hart. Daar verzamelt de stof zich vooral in de delen die goed van bloed worden voorzien. Delen die minder goed van bloed worden voorzien, bevatten minder radioactieve stof. Een camera, die om de patiënt heen draait, vangt de straling op die de stof afgeeft. Een computer maakt daarmee een ruimtelijk beeld van het hart. Zo wordt de doorbloeding van het hart zichtbaar gemaakt.

    De SPECT-scan wordt vaak uitgevoerd als de arts twijfelt over de uitkomst van een inspanningsonderzoek. Als de uitslag van de SPECT-scan goed is, is verder onderzoek meestal niet nodig. Als de uitslag niet goed is, wordt vaak een hartkatheterisatie uitgevoerd.

    SPECT is de afkorting van Single Photon Emission Computed Tomography. Een andere naam voor dit onderzoek is ook wel Myocard Perfusie Scintigrafie (MPS).

  • PET-scan: beeldt de stofwisseling (activiteit) van de hartspiercellen af

    Een PET-scan brengt de stofwisseling, dat wil zeggen de activiteit, van het hartspierweefsel in beeld. Met een PET-scan kan de arts bekijken welke delen van de hartspier goed werken. Dit gebeurt met een radioactieve vloeistof.

    Bij een PET-scan dient de arts via een infuus een radioactieve stof (tracer) toe. Deze stof gaat via de bloedbaan naar het hart. De stof zendt radioactieve straling uit. De meer actieve delen van de hartspier nemen meer radioactieve stof op. Daardoor zendt dat deel van het hart ook meer straling uit. Delen die minder actief zijn, zenden minder straling uit. De patiënt ligt stil op een onderzoekstafel. De tafel schuift meerdere keren door de PET-scanner.

    De PET-scanner vangt de straling op en zet dit om in afbeeldingen. Een computer vormt hier een 3-dimensionaal beeld van. De PET-scan wordt vaak gecombineerd met een CT-scan. De computer projecteert de resultaten van de CT-scan over de resultaten van de PET-scan heen. Hierdoor is beter te zien waar de radioactieve stof in het hart is opgenomen.

    PET is een afkorting van Positron Emission Tomography.

  • MUGA-scan: brengt de pompfunctie van het hart in beeld

    Een MUGA-scan geeft informatie over de pompfunctie van het hart. Bij een MUGA-scan moet een gedeelte van de rode bloedcellen van de patiënt gelabeld worden. Dit gebeurt met een radioactieve stof. Deze radioactieve stof wordt via een injectie toegediend. Daarna neemt de patiënt plaats op de onderzoekstafel. De assistent sluit de patiënt aan op een ECG-apparaat dat het hartritme registreert. De gelabelde rode bloedcellen zenden een lichte radioactieve straling uit. Daardoor kunnen met een speciale camera opnames worden gemaakt van het hart en/of de bloedvaten.

    Een MUGA-scanner maakt per hartslag meerdere opnames van het hart. Zo ontstaat er een soort filmpje. Met dat filmpje kan de arts berekenen hoeveel bloed de hartkamer per hartslag in de slagader pompt. Dit is de ejectiefractie. Ook is met MUGA de plek van een hartinfarct op te sporen.

    Radionucleïde Angiografie of MUGA (Multigated Acquisition) maakt vele opnames van het kloppende hart. Andere benamingen zijn hartfunctiescintigrafie, GSA, RNA of ventriculografie.

Risico's isotopenonderzoek

Onderzoek met radioactieve deeltjes klinkt misschien eng. Toch is het gezondheidsrisico van de radioactieve deeltjes beperkt. Dit komt doordat de radioactieve straling zwak is en snel verdwijnt. De deeltjes blijven net lang genoeg radioactief om de afbeeldingen te kunnen maken. Soms ontwikkelt iemand een lichte allergie tegen de radioactieve stof.

De risico’s voor ongeboren kinderen zijn niet bekend. Daarom wordt isotopenonderzoek meestal niet bij zwangere vrouwen gedaan.

Meer over hartfalen?

In onze folder over hartfalen vertellen we je alles wat je moet weten over hartfalen. Bekijk ook de folder met alle feiten en cijfers. Je vraagt de folders gratis aan.
Een tablet met daarop een folder over hartfalen

Stel je vraag aan onze voorlichters

  • Chat via de chatknop onder in beeld (10.00 tot 16.30 uur)
  • Bel met een voorlichter: 0900 3000 300 (9.00 tot 13.00 uur, € 0,05 per minuut)

We zijn bereikbaar van maandag t/m donderdag, met uitzondering van feestdagen.