Hartstichting.nl wordt geladen

“Toen ik een jaar of 3 was, merkten mijn ouders dat ik snel moe was en minder energie had dan andere kinderen. Mijn moeder nam me mee naar de huisarts, maar er werd niets gevonden. Toch voelde zij heel sterk dat er iets mis was, zij heeft toen aangedrongen op verder onderzoek.”

Een gaatje in mijn hart

“Ik bleek een gaatje in mijn hart te hebben, tussen de boezems, een zogenoemd atriumseptumdefect (ASD). Door het gaatje stroomt bloed van de linker- naar de rechterboezem, dit geeft extra belasting voor het hart en de longen. Vooral de rechterkant van het hart moet harder werken en wordt hierdoor groter. Dit verklaarde waarom ik zo snel moe was en weinig energie had. De eerste jaren werd er echter nog niets aan gedaan.”

Close-up van Yara op de schaatsbaan in Nederlands tenue.

Op mijn 7e een openhartoperatie

“De dag na mijn zevende verjaardag kreeg ik een openhartoperatie. In die tijd was het al mogelijk om via de lies te opereren, maar die techniek was nog zo nieuw dat mijn ouders er niet voor durfden te kiezen. De hele situatie was voor mijn vader en moeder heel erg onzeker en spannend. Toch gingen zij hier heel goed mee om, zij hebben hun spanning niet op mij overgebracht, waardoor ik het zelf niet als heel spannend heb ervaren.”

Geen problemen meer met litteken

“Ik herinner nog wel dingen. Bijvoorbeeld hoe ik van het ene naar het andere gebouw werd gereden in het Sophia Kinderziekenhuis, door een soort slurf. En dat ik wakker werd op de IC. Mijn moeder mocht er de hele tijd bij zijn, dat was fijn. Zelf voelde ik me kort na de operatie alweer goed, maar ik weet nog dat ik tussen heel zieke kinderen lag. Toen ik jong was bedekte ik het litteken van de operatie altijd. Nu heb ik er geen problemen mee, het hoort gewoon bij me. Terugkijkend op mijn jeugd, heb ik me nooit een ziek kind gevoeld, maar altijd alles gedaan wat ik wilde.”

Yara leunt op een bankdrukapparaat

Speciale noren voor mijn kleine voeten

“Kort na mijn operatie begon ik met schaatsen. Mijn ouders schaatsten altijd al  in de winter op natuurijs, en mijn zus Sanne en ik wilden al jong mee. Om te leren schaatsen, gingen we op les bij de IJsvereniging Zoetermeer. Een uurtje per week, op van die houten schaatsjes. Na een jaar hadden we noren nodig. Maar door mijn hartaandoening had ik een groeiachterstand en voor mijn kleine voeten waren er nog geen noren. Mijn vader schreef een brief naar Viking. Zij hebben voor mij speciaal noren gemaakt in maat 28.”

Shorttrack vond ik gezelliger

“Al snel bleek dat ik goed in schaatsen was, en dat ik betere tijden neerzette dan mijn leeftijdgenootjes. Vanaf een jaar of 10 ging ik wedstrijden rijden. Die won ik niet vaak, want ik was een stuk kleiner dan de rest. Dat was niet erg, ik vond schaatsen vooral heel leuk, had veel vriendinnetjes op de club. Dat sociale aspect in sport is heel belangrijk. Eigenlijk heb ik destijds daarom voor shorttrack gekozen. Op een kleine baan, dichtbij mijn vriendinnen, veel gezelliger. Het compacte, de spelvorm, dat was wat me aansprak toen ik jong was. Nu is dat vooral de snelheid, tactiek en de onvoorspelbaarheid. Het geeft me echt een adrenaline-kick.”

Trots op mijn medailles

“Het is geweldig dat ik al zoveel mooie wedstrijden heb gewonnen, zoals de zilveren en bronzen medaille bij de spelen in Pyeongchang, fantastisch. Koning Willem-Alexander was erbij in het Holland Heineken House, toen ik mijn zilveren medaille kreeg. Echt heel leuk. Eerder won ik vijfmaal een gouden medaille op de 3000 meter aflossing tijdens de Europese kampioenschappen shorttrack. Ja, ik ben er wel trots op wat ik tot nu toe heb bereikt. Toch zijn er zeker nog dingen die ik wil bereiken, zoals een individuele WK-medaille winnen.”

Yara in oranje jas en met oranje koffer bij het Thialf-stadion

Doelen stellen

“Zolang ik mijzelf nog constant kan verbeteren ga ik door. Of ik het nog 4 jaar volhoud tot de volgende Olympische Spelen weet ik nog niet. Ik moet het lichamelijk vol kunnen houden en het vooral leuk blijven vinden. Het is best pittig, iedere dag zo’n 5 á 6 uur trainen en naast het schaatsen studeer ik ook nog. Ik wil graag mijn master bewegingswetenschappen halen. Het gaat niet zo snel, omdat ik vaak weg ben voor het schaatsen en niet altijd alle tentamens kan doen. Maar mijn motto is: ‘geef niet zomaar op en zoek naar mogelijkheden om wel je doelen te bereiken’.”

Vertel jouw verhaal

Ben jij ook in aanraking gekomen met hart- en vaatziekten en wil je deze ervaring delen? We zijn erg benieuwd naar jouw verhaal.