Reyer Geijtenbeek is 40 jaar reanimatiepartner: "Ik wil dat iedereen kan zeggen: ik heb gedaan wat ik kon."
De meeste mensen die reanimatielessen geven, doen dat met ziel en zaligheid. Zo ook Reyer Geijtenbeek (75). Op zijn 35e begon hij met het geven van reanimatielessen aan burgers. Nu, 40 jaar later, zet hij een stapje terug. We spraken hem over zijn ervaringen.

Reanimatie voor iedereen
Reyer kwam in de jaren 70 in Bunnik wonen. Als verpleegkundige wist hij wat hem te doen stond als iemand te maken kreeg met een hartstilstand. Maar dat was voor mensen zonder medische achtergrond wel anders. Hij vertelt: “In die tijd vonden bijvoorbeeld het Rode Kruis en het Oranje Kruis dat je reanimaties moest overlaten aan de professionals. Ik vond het belangrijk dat ook andere mensen konden reanimeren. Daarom ben ik met twee anderen - Ben de Wit en Corrie van der Rijst - zelf begonnen met het geven van reanimatielessen. We kregen hulp van de Hartstichting. Die was hard nodig, want verder kregen we geen steun van bijvoorbeeld de EHBO-vereniging.”
Een hartstilstand meemaken maakt diepe indruk
De vraag naar reanimatiecursussen was er ook in 1973 al. Veel mensen kenden wel iemand die te maken had gehad met een hartstilstand. Ook Reyer heeft dat van dichtbij meegemaakt. “Ik heb mijn eigen vader gereanimeerd. Gelukkig had ik als verpleegkundige vaker reanimaties gedaan. Wat als ik niet had geweten wat ik moest doen toen mijn vader ineens neerviel? Ik ben blij dat ik direct kon beginnen met reanimeren, want die eerste minuten zijn cruciaal.”
Om diezelfde reden belandden er veel cursisten bij Stichting Reanimatie Bunnik. Veel van hen hebben ook zelf een hartstilstand van dichtbij gezien. Met een geleende reanimatiepop van de Hartstichting konden Reyer en zijn collega’s hen goed leren hoe ze moeten handelen.
Geen kasplantje
In totaal is de vader van Reyer zelfs 4 keer gereanimeerd. En na al deze keren herstelde hij goed genoeg om weer zelfstandig te kunnen autorijden. Ook dat vertelt Reyer aan mensen die erover denken om een reanimatiecursus te doen. “Veel mensen denken dat iemand die een hartstilstand overleeft een kasplantje wordt. Maar dat hoeft echt niet zo te zijn. En als je direct kunt beginnen met reanimeren, is de kans groter dat iemand het zelf kan navertellen.”
Het gaat om de emotie, niet alleen de handelingen
Dat drijft hem misschien wel het meest: “Dat je weet dat je hebt gedaan wat je kon. Zelfs als iemand het niet overleeft. Het gaat niet alleen om de handelingen, maar ook om de emotie.” Daarom drukt hij iedereen op het hart: leer reanimeren en volg ieder jaar de herhalingscursus. “Dan kun je altijd met rechte rug terugkijken op een noodsituatie.”

40 jaar reanimeren, en nu?
Inmiddels is Stichting Reanimatieonderwijs Bunnik van 3 oprichters uitgegroeid naar een groep van 18 mensen. En geven ze niet alleen in Bunnik cursussen, maar ook in Odijk en Houten. En Reyer zelf? Die is formeel afgetreden als bestuurslid, maar geeft nog steeds reanimatielessen. Zelfs na meer dan 500 basis- en herhalingscursussen blijft hij bevlogen. “Mijn bestuurlijke taken heb ik neergelegd. Maar als één van de trainers vanavond ziek is, dan kom ik met plezier invallen. Want hoe meer mensen kunnen reanimeren, hoe beter.”
Interessant voor jou
Het verhaal van reanimatiepartner Wouter
Wouter is IC-verpleegkundige van beroep. Hij is ook reanimatiepartner van de Hartstichting. In zijn vrije tijd organiseert hij reanimatiecursussen voor mensen in de buurt.Een derde van reanimatiescholingen verlopen
Van de 270.000 geregistreerde burgerhulpverleners in Nederland heeft 30% de jaarlijkse opfris reanimatiecursus niet gevolgd. Dat blijkt uit cijfers van HartslagNu, het landelijk oproepsysteem voor reanimatie.Het verhaal van burgerhulpverlener Aletta
Aletta (29) is burgerhulpverlener in Nieuw Lekkerland. Bij een hartstilstand in haar buurt kan zij worden opgeroepen. Daarnaast is ze als vrijwilliger actief in het begeleiden van andere burgerhulpverleners.