Hartstichting.nl wordt geladen

Veel verbeterd

​“Het is goed om er af en toe bij stil te staan wat er in de loop der jaren al verbeterd is voor deze kinderen. Er komen nu kinderen bij me die vroeger zouden zijn overleden. Hun aandoening is tegenwoordig beter te behandelen. De operaties zijn verbeterd en ook de zorg voor en na de geboorte wordt gelukkig nog steeds beter. Dat is erg mooi om te zien.”

Toch later hartklachten

“Toch zien we vaak dat het hart van kinderen die op jonge leeftijd geopereerd zijn, op den duur achteruit gaat. De pompfunctie neemt bijvoorbeeld af, waardoor te weinig bloed wordt rondgepompt in het lichaam. Dit noemen we hartfalen. Of het hart gaat onregelmatig kloppen, te snel of te langzaam. De bloedvaten rond het hart kunnen ook zwakker worden, en heel soms zelfs scheuren.”

Jonge mensen onderzoeken

“We begrijpen nog lang niet alles over dit soort hartproblemen. Er wordt wel veel onderzoek gedaan naar hartfalen en ritmestoornissen, maar vaak bij oudere mensen. Maar een jong hart is niet hetzelfde als een oud hart. Het is daarom heel belangrijk dat we ook onderzoek doen naar dit soort ziekten bij jonge mensen. We willen de gevolgen van aangeboren hartafwijkingen beter begrijpen, en er meer tegen kunnen doen. Dankzij steun van de Hartstichting kan dit.”

Heel veel gegevens 

“Het onderzoek bestaat uit meerdere onderdelen. We maken gebruik van gegevens van alle academische ziekenhuizen. Er is veel informatie beschikbaar over deze patiënten. Door deze te analyseren kunnen we problemen zo vroeg mogelijk opsporen.”

Hart in beeld met nieuwste technieken

“Voor het onderzoek gebruiken we de nieuwste technieken om de bloedstroom te meten in het hart en de bloedvaten. Met een 4D-flow-MRI zijn heel mooie bewegende driedimensionale beelden te maken. Ook kijken we hoe het hart zich kan herstellen en of of sporten daarbij kan helpen.”

Foto onderzoeker Wim Helbing

Stap dichterbij ons doel

“Dit alles helpt mee om te bepalen wie risico loopt om al op redelijk jonge leeftijd hartfalen of ritmestoornissen te krijgen. Zo zijn de vooruitzichten van een patiënt beter te voorspellen en kun je de behandeling hierop aanpassen. Ook ontdekken we hopelijk nieuwe behandelingen. Ons doel komt steeds een stap dichterbij: nog veel betere vooruitzichten voor de lange termijn voor alle kinderen met een hartaandoening.”