Hartstichting.nl wordt geladen

Onverwacht

Terwijl Michelle op een zondagmiddag tot rust kwam onder de zonnebank, begonnen de klachten. “Ik merkte een druk op de borst en zweette flink”, denkt Michelle terug. “Maar ik lag onder de zonnebank; zweten is dan niet iets om je druk over te maken”, grapt ze. 

Een hartinfarct leek dan ook ver weg, iets wat vooral oudere mensen trof. “Ik heb er geen seconde aan gedacht dat er iets met mijn hart kon zijn. Ik was jong, gezond en ik sportte veel”, zegt ze. Na een kleine pauze geeft ze toe: “Ja, ik rookte af en toe een sigaretje.” 

Heb je even? Leer een leven redden!

Ontdek binnen 5 minuten wat je moet doen bij een hartinfarct, hartstilstand en beroerte.
hartstichting-spoedcursus-afbeelding

Sterk onderschat

Iedere dag krijgen 500 Nederlanders een harstilstand, hartinfarct of beroerte. Net als Michelle weten veel mensen de signalen niet te herkennen. Vaak hebben mensen niet door hoe ernstig de situatie is. Of ze zijn bang om onnodig het noodnummer te bellen. De Spoedcursus van de Hartstichting leert je om de klachten beter en eerder te herkennen. Zo weten mensen wanneer zij 112 moeten bellen en kunnen meer levens gered worden.

Overdreven

Michelle besloot de volgende dag toch langs de huisarts te gaan. “Die begon over een hartfilmpje, maar die kon alleen in het ziekenhuis worden gemaakt.” Dat zag Michelle niet zo zitten. “Een ambulance zou me dan ophalen en daarheen brengen, maar dat voelde overdreven.” En dus fietst ze, zonder filmpje, weer naar huis. 

Michelle

Bezwaard om 112 te bellen

“Een paar dagen later ging het helemaal fout”, vertelt ze verder. “Ik werd wakker van een drukkende pijn. Ik maakte mijn man wakker en overlegde: moeten we 112 bellen?” Michelle belt in eerste instantie niet. “Ik merkte dat het een grote stap was om de ambulance te laten komen. Ik was bang dat ik voor niets zou bellen en hoopte dat het vanzelf over zou gaan.” 

Dit blijkt voor een groot deel van de Nederlanders een rol te spelen. Ook mensen die van tevoren zeggen wel te gaan bellen, aarzelen in de praktijk toch om 112 te alarmeren.  

“En het was midden in de nacht”, vult Michelle aan. “Het voelde bezwaarlijk om de centrale lastig te vallen op dit tijdstip.”

De ambulance raasde naar het ziekenhuis

Ze ging weer even liggen en de pijn zakte weer. Zie je wel, denkt ze: niets aan de hand. “Maar een uur later schrik ik weer wakker en kan ik niet meer ontkennen dat er iets aan de hand is. ‘Laten we toch maar bellen’, zei ik twijfelachtig tegen mijn man.” 

Binnen mum van tijd staan de ambulancebroeders in de slaapkamer en kreeg ik medicatie ingespoten: een tijdelijke oplossing, maar Michelle voelt zich gelijk beter. “Maar aan de situatie kon ik toch aflezen dat het menens was: de ambulance reed met een razende snelheid naar het ziekenhuis, ze hadden er echt haast bij. Dat was een bizar idee, omdat ik me door die medicijnen gewoon goed voelde.”

Achteraf is makkelijk praten

“Ik herinner me dat er achteraf wel signalen zijn geweest”, zegt Michelle. “Ik had vaker last van druk op de borst en ik sliep slecht, maar die hints begreep ik toen nog niet. Als vrouw heb je zo vaak kleine kwaaltjes. Ik had het afgedaan als iets vaags en hormonaal.”  

Ze moet een beetje lachen, achteraf is altijd makkelijk praten. Wel weet ze zeker dat ze nu minder zou twijfelen om 112 te bellen. “Inmiddels leef ik weer mijn leven, al ben ik gestopt met roken”, zegt ze opgetogen. “Maar als ik de signalen eerder had herkend of eerder 112 had gebeld, was mijn een hoop ellende bespaard gebleven.”