Antoine is burgerhulpverlener: "Prachtig als je iemand ontmoet die je hebt kunnen redden."
In 2008 viel er bij Antoine een uitnodiging op de deurmat voor een informatieavond over burgerhulpverleners. Na afloop van de informatieavond twijfelde hij geen moment. Hij meldde zich direct aan voor een reanimatiecursus en daarna als burgerhulpverlener.
Sindsdien heeft Antoine al vaak een oproep gehad bij een hartstilstand in zijn buurt. Hij staat dan direct op scherp. In totaal 8 mensen overleefden het.
Hij vertelt: “Als je iemand kan helpen, waarom zou je dat dan niet doen? Je realiseert je dat als je binnen 2 à 3 minuten kunt beginnen met reanimeren, dit de overlevingskans van het slachtoffer sterk vergroot. Wachten op de ambulance kan voor het slachtoffer fataal zijn.”
Eerste reanimatie
“Vooral de eerste reanimatie-oproep vond ik heel spannend. Ik werd gebeld door een buurtgenoot die hulpgeroep had gehoord en iemand bewusteloos aantrof op de grond. Dan moet je mij niet bellen, maar 112, riep ik nog. Maar natuurlijk sprong ik meteen in de auto. Ik was de enige ter plekke die kon reanimeren.”
“De ambulance kwam na ruim 8 minuten, maar toen was het al te laat. Ik zie het zo nog voor me. Een zee van blauw licht, die man op de grond met verstrakt gelaat, levenloos. Dit heeft enorme indruk op me gemaakt. Het was zo'n fitte man, een fysiotherapeut van pas 35 jaar. Achteraf hoorde ik dat hij een aangeboren hartafwijking had, hij had het sowieso niet gered.”
Reanimeren verleer je niet zomaar
“Ik ben vrijwel altijd bereikbaar. Op het moment dat je een oproep krijgt, schakel ik mijn gevoel uit. Ik schiet in mijn protocol en ga ik doen wat ik geleerd heb. Aan twijfel heb je niets op dat moment, je moet direct handelen. Het is net als zwemmen. Als je ooit je diploma gehaald hebt, verleer je het niet zomaar. Als iemand je in het water duwt ga je zonder nadenken zwemmen.”
“Maar toch word ik nog steeds een beetje zenuwachtig als een bericht op mijn mobiel krijg: zou het een reanimatie-oproep zijn?”
Een bekende reanimeren
“Ik woon in Ospel, een dorp waar veel mensen elkaar kennen. In 85% van de gevallen is het slachtoffer een bekende. Je zou denken dat het een extra drempel is, maar dat is juist niet zo. Sterker nog: hoe mooi is het als je iemand redt die je kent? Of dat je de familieleden kent en je weet dat hen veel leed bespaard blijft?”
“Het gekke is dat ik op het moment van reanimeren soms in eerste instantie niet eens door heb wie ik aan het reanimeren ben. Hier kom ik dan daarna pas achter. Het gaat er ook niet om wie het is, het gaat erom dat als je niet handelt het fataal kan afgelopen voor het slachtoffer.”
Reanimatie van Paulien
“We hebben in Ospel al veel levens gered, dankzij snel en goed optreden van burgerhulpverleners. Maar de reanimatie van mijn buurvrouw Paulien in juli 2012 is mij nog het meest bijgebleven. Hier kan ik nog steeds spontaan geëmotioneerd van raken. Toen ik om 6.04 uur een oproep kreeg en het adres zag, wist ik gelijk dat het om mijn buurvrouw Paulien ging. Zij had al verteld dat ze aan het dokteren was.”
“Ik kwam als eerste aan en heb de reanimatie overgenomen van de schoonmoeder van Paulien. Al snel kwamen er andere burgerhulpverleners binnen met een AED. Met een schok van dit apparaat hebben we haar weer teruggehaald.”
“De kinderen van Paulien of mensen in Ospel noemen mij weleens een held, maar zelf zie ik dat niet zo. Een reanimatie voer je uit als team. Er zijn altijd meerdere vrijwilligers aanwezig bij een reanimatie. Ik wil niet op een voetstuk worden geplaatst.”
Geluksgevoel bij tegenkomen overlevers
“Zelf ben ik vooral blij dat we elkaar nog elke dag kunnen begroeten. Dat is het grootste geschenk dat ik kon krijgen. Toch moet je als burgerhulpverlener niet de illusie hebben dat je iedereen kunt redden. Maar het geluksgevoel dat ik telkens krijg als ik één van de overlevers tegenkom, maakt alles goed. Dat gebeurt geregeld, want Ospel is een klein dorp.”
“Zo vierden we onlangs de 74e verjaardag van dorpsgenoot Harrie Koolen. Hij is zo’n 5 jaar geleden gered, nadat hij thuis een hartstilstand kreeg. Zelf was ik na de oproep als 2e ter plekke. Samen met de vrijwilliger die er al was, ben ik direct gestart met reanimeren en al vrij snel kwam er iemand met een AED. Dit is het ideale plaatje. Als je heel snel kunt starten met reanimeren en een AED aansluit, is de overlevingskans het grootst.”
Meer burgerhulpverleners en AED's
“Om te zorgen voor meer burgerhulpverleners en AED's ben ik in eerste instantie gaan lobbyen in mijn eigen netwerk. Aan het bestuur van mijn buurtvereniging vroeg ik of ze in de jaarvergadering een oproep wilden doen voor burgerhulpverleners. Ook bij de voetbalclub waar ik in het bestuur zit, deden we een oproep aan de leden en schaften we een AED aan.”
“Vervolgens heb ik bedrijven, verenigingen en particulieren benaderd en informatiebijeenkomsten georganiseerd. Met resultaat! Er meldden zich veel nieuwe burgerhulpverleners aan en er stroomden veel donaties binnen voor de aanschaf van AED's. In augustus 2013 kon ik het gemeentebestuur 8 AED's aanbieden. Inmiddels hebben we ruim 37 AED's hangen in de gemeente.”
Samen in het bestuur
“Samen met Paulien zit ik in het bestuur van Stichting Hartslag voor Nederweert. Deze stichting heeft begin 2014 de taken rondom burgerhulpverlening overgenomen van de gemeente. Wij doen nu de gehele organisatie: informatieavonden, reanimatielessen, de plaatsing en het onderhoud van de AED’s en het contact met alle vrijwilligers.”
“Dat betekent niet dat we geen contact meer hebben met de gemeente. Als raadslid heb ik heel korte lijntjes met de gemeente. Zo zorg ik ervoor dat het onderwerp op de agenda blijft staan.”
Praten helpt
“Iedere reanimatie is als een film waarin je als burgerhulpverlener een hoofdrol speelt. Soms loopt de film goed af, een andere keer niet. Maar ook als het slachtoffer het niet overleeft zijn de nabestaanden je héél dankbaar. Jij hebt je uiterste best gedaan om hun dierbare te redden.”
“De burgerhulpverleners zoeken elkaar na afloop altijd op. Dat is heel fijn. Ik ben ook niet van steen, het helpt om er met elkaar over te praten. Binnen onze gemeente is dat goed geregeld. Een dag na de reanimatie wordt iedereen die een oproep heeft gekregen gebeld met de vraag of er behoefte is aan nazorg. Dat is de kracht van het samen doen.”
Ook jij kunt levens redden
“Stel je voor, je zit op de bank met een zak chips. Je hoort sirenes, maar hebt geen idee wat er aan de hand is. Dus je blijft lekker zitten en onderneemt geen actie. De volgende dag hoor je dat de buurman een hartstilstand gekregen heeft en de ambulance te laat was. Wat gaat er dan door je heen als je bedenkt dat jij hier het verschil had kunnen maken?”
“In onze gemeente zijn we nu met 335 burgerhulpverleners en dit aantal groeit nog steeds. Ik kan er wel uren over praten. Eigenlijk houd ik helemaal niet van publiciteit, maar ik treed met liefde op de voorgrond om andere mensen enthousiast te maken om burgerhulpverlener te worden. Zo kunnen er nog meer levens gered worden. Het is zo belangrijk.”