Hartstichting.nl wordt geladen

Wat als het je moeder treft?

“Bij een van deze herhalingslessen vroegen ze of ik me wilde aanmelden als burgerhulpverlener bij het oproepsysteem reanimatie. Eerst twijfelde ik of ik me zou aanmelden, maar de vragen van mijn man zetten me aan het denken. Haal je je diploma om er niks mee te doen? Wat als het je moeder treft? Dat gaf voor mij de doorslag om me aan te melden. Ik moet er niet aan denken dat hulp te laat komt voor mijn dierbaren, omdat men het te eng vindt om zich aan te melden.”

Zelf bepalen wanneer je oproepbaar bent

“Bij het oproepsysteem HartslagNu kun je zelf bepalen op welke dagen en tijden je oproepbaar bent. Niet iedereen is dag en nacht beschikbaar. Zelf ben ik wel 24 uur per dag inzetbaar. Dat heb ik eerst wel met mijn man besproken, want het kan ook ’s nachts gebeuren. En omdat ik weet dat er ‘s nachts minder mensen reageren, voel ik me extra verantwoordelijk. Dan zet ik de knop om en ga ervoor.”

Aletta staat in de keuken en strooit peper over een gerecht op het fornuis.

Hulp altijd waardevol

”Het is goed om te weten dat je niet de enige bent, er worden altijd ongeveer 30 mensen opgeroepen om te helpen. Het hangt dus niet alleen van jou af.”

”Ik heb al meerdere oproepen gehad, maar hoefde niet altijd te reanimeren omdat er al anderen bezig waren. Toch kan ik altijd iets nuttigs doen: familie opvangen of informatie verzamelen over wat er precies gebeurd is en navragen of het slachtoffer al hartpatiënt is of medicijnen gebruikt. Allemaal bruikbare informatie voor de ambulance.”

Steeds meer ervaring

“Bij mijn eerste oproep sprong ik in m’n auto en was geneigd om al toeterend daarheen te rijden. En uitgerekend toen reed er een oudere vrouw voor me, heel langzaam. Maar ja, veiligheid gaat voor alles, ik was dus niet als 1e ter plaatse. Bij elke oproep gaat het makkelijker, je krijgt ervaring.”

“Je bereidt je ook steeds beter voor op een oproep. Iedereen doet dat op zijn eigen manier. Sommige vrijwilligers hebben een setje kleding klaarliggen waar ze bij een nachtelijke oproep snel in kunnen schieten, om geen tijd te verliezen.”

Niet gaan is ook een optie

“Je moet accepteren dat je bij een oproep soms echt niet kunt gaan. Ik laat bijvoorbeeld niet zomaar mijn kind alleen thuis. Gelukkig kan ik bij een oproep altijd mijn buren vragen om een oogje in het zeil te houden.”

“In mijn kraamweek kreeg ik een oproep heel dichtbij. Toen schoot wel de adrenaline omhoog. ‘Ik moet gaan!’, riep ik. Maar eenmaal beneden bij de deur dacht ik nee, toch maar niet. Ik was nog niet eens in staat om te stofzuigen, laat staan reanimeren.”

Aletta tilt haar baby hoog boven haar hoofd in het babykamertje.

Samenwerken

Aletta heeft in Nieuw Lekkerland en Kinderdijk samen met Wijnand de coördinatie over de vrijwilligers die oproepbaar zijn bij een reanimatie. Ook verzorgen ze de nazorg na een oproep. “Het is fijn om met deze groep vrijwilligers te werken. We leren elkaar steeds beter kennen en weten wat onze kwaliteiten zijn. Dat werkt heel prettig. Ik kan me voorstellen dat het in een grote stad heel anders is.”

Napraten helpt

“Na een oproep vinden de vrijwilligers het vaak fijn om hun ervaringen met elkaar te delen. Niet iedereen kan dat thuis. Zeker als de reanimatie niet gelukt is, is het goed om er even over te praten. Achteraf kijken mensen er dan vaak toch met een voldaan gevoel op terug. Je hebt immers echt alles gedaan wat je op dat moment kon doen.”

Een leven redden

“Een oproep is elke keer opnieuw spannend. Natuurlijk zet je je altijd voor de volle 100% in om iemand te redden. En als dit dan lukt, geeft dat echt een kick. Dan ben je heel blij dat je in je pyjama en sloffen de straat op bent gerend. Het geeft je direct weer energie voor een volgende keer.”

“Ik snap goed dat mensen reanimeren eng vinden en zeker in het begin best onzeker zijn. Reanimeren is niet leuk, daar ben ik eerlijk in. Maar daarom doe je het ook niet, je doet het om iemand te redden. En bedenk altijd: het is nog vele malen heftiger om een dierbare te verliezen omdat de hulp te laat kwam.”

Help ook mee

“In ons dorp is er binnen 6 minuten hulp bij een hartstilstand. Ik hoop dat ik hiermee andere dorpen of wijken inspireer om ook zoiets op te zetten. Of gewoon mensen overtuigd heb zich aan te melden bij een oproepsysteem in hun regio. Als het om hun dierbare gaat wil je ze toch ook dat hij of zij zo snel mogelijk geholpen wordt? Of zoals mijn man al zei: wat als het je moeder overkomt?”

Aletta haalt een EHBO-tas uit een kluisje aan de muur.

Help mee in je eigen woonplaats

“Wat zou het mooi zijn als dit oproepsysteem in heel Nederland zo goed werkt. Kun je reanimeren, meld je aan bij een oproepsysteem reanimatie. Zijn er in je eigen buurt nog geen actieve vrijwilligers of hangen er te weinig AED's? Neem dan het voortouw. Het kost best wat energie om dit voor elkaar te krijgen, maar je krijgt er enorm veel voor terug. Elke keer als ik mijn buurman zie of een dorpsgenoot wiens leven we gered hebben, ben ik heel dankbaar.”