Voor het autorijden na een herseninfarct gelden wettelijke regels. Daarnaast krijg je een medische keuring, op basis waarvan de arts beslist of en wanneer je weer mag rijden. In de eerste 2 weken na de uitvalsverschijnselen bij een herseninfarct of TIA mag je niet autorijden. Na deze 2 weken beoordeelt de keurend arts (huisarts of basisarts) of het weer kan. Als het weer kan, dan vult de arts een vragenlijst in. Deze stuur je samen met de ingevulde Eigen Verklaring op naar het CBR. Zijn er na de eerste 2 weken nog beperkingen, dan mag je 3 maanden niet rijden.
Na deze 3 maanden stelt de neuroloog of revalidatiearts een specialistisch rapport op. Als dit positief is, dan mag je weer rijden. Wel moet je een rijtest doen bij het CBR. Als je die haalt geldt de nieuwe rijgeschiktheid voor maximaal 5 jaar. Voor beroepschauffeurs gelden andere regels. Als beroepschauffeur mag je de eerste 4 weken niet rijden. Na 4 weken beoordeelt de keurend arts (huisarts of basisarts) of er nog beperkingen zijn. Zijn die er niet, dan moet je de ingevulde vragenlijst van de arts samen met je Eigen Verklaring opsturen naar het CBR. Op basis hiervan kan je als beroepschauffeur weer een rijbewijs (groep 2) krijgen voor onbepaalde tijd.
Als er na 4 weken nog beperkingen zijn, dan mag je 3 maanden niet rijden. Daarna is een specialistisch rapport vereist van de neuroloog of een revalidatiearts. En kan een rijtest van het CBR nodig zijn voor de beoordeling.